Fossiel van de maand: sleutelen aan fossielen
Door: Henk Vink
Het vervalsen van b.v. schilderijen, beeldhouwwerken of archeologische vondsten is beslist niet uniek en dat is het ook niet als het om het vervalsen van fossielen gaat.
In deze bijdrage wil ik het niet zozeer hebben over een bepaalde soort of groep fossielen, maar over het fenomeen van het vervalsen of dupliceren. Zelf een fossiel bedenken en maken is niet nieuw. In de tijd dat de paleontologie nog nauwelijks in de kinderschoenen stond, was Professor Johan Beringer in 1725 daar al het slachtoffer van.

Lügensteinen
Johan Beringer was aan de universiteit van Würzburg professor in de filosofie en geneeskunde. Naast zijn werk was hij een verwoed verzamelaar van fossielen die hij vond in de kalksteen rond zijn woonplaats. Naast zijn bekendheid als verzamelaar van fossielen stond hij ook bekend als een arrogant mens. Die arrogantie heeft hem uiteindelijk de das omgedaan met betrekking tot de “leugenstenen”.
Op 31 mei 1725 werd hem ter beoordeling een aantal fossielen en stenen aangeboden met vreemd gevormde figuren. De stenen, gevonden in de omgeving van Würzburg, bevatten afbeeldingen van o.a. sterren, diverse dieren en zelfs figuren lijkende op Hebreeuwse teksten. Beringers belangstelling was gewekt en hij gaf opdracht aan de “vinders” om meer van deze stenen te zoeken en bij hem te brengen. In totaal werden er rond de 2000 stenen verzameld. Beringer zelf trachtte de betekenis van de stenen te achterhalen. Een logische verklaring kon hij niet vinden, niet anders dan dat Gods macht en scheppende hand hierin tot uiting kwam. De Hebreeuwse teksten waren daarvan een doorslaggevend bewijs. Immers de teksten konden niet door leken gemaakt zijn; zij schreven of spraken geen Hebreeuws.
Wat hij niet wist, of zelfs maar vermoedde, was dat de stenen speciaal voor hem gevormd waren en wel door enkele rancuneuze collega’s. Professor Ignatz Roderick en bibliothecaris Georg van Eckhart wilden hem vanwege zijn arrogantie afstraffen door de nepfossielen in de kalksteenlagen te verstoppen die door Beringer werden bestudeerd. In 1727 publiceerde Beringer, “Lithographiae Wirceburgensis” waarin hij de vondsten ruim geïllustreerd had beschreven. In de wetenschappelijke wereld echter werden de vondsten met argwaan bezien en al snel stond de goede naam van Beringer op het spel. De fraude kwam uiteindelijk aan het licht door een steen waarop zijn eigen naam stond. Na uitgebreid onderzoek werden de daders ontmaskerd. Beringer begon een rechtszaak om zijn naam te zuiveren, die hij won.

De stenen waren inmiddels beroemd en waardevolle verzamelobjecten geworden; zij hadden zoveel faam verworven dat men ze graag wilde bezitten. Vaak werden ze gebruikt als voorbeeld van wetenschappelijk bedrog. Tegenwoordig zijn nog 458 exemplaren overgebleven. Ook in het Teylers Museum in Haarlem zijn ze nog altijd te bewonderen.
Engeland de bakermat van de mensheid
Een ander verhaal van vervalsing is van recenter datum. In 1912 werd in een grintgroeve bij het Engelse gehucht Piltdown in Oost Essex door ene Charles Dawson, een amateur paleontoloog, een deel van een schedel gevonden. De vondst trok de aandacht van de wetenschap. De schedel was wel van vrij moderne soort. De onderkaak die korte tijd later gevonden werd, had een zeer aapachtige uitstraling. Men hoopte eindelijk de ontbrekende schakel gevonden te hebben die de ontwikkeling van de mens in kaart zou brengen.
Arthur Smith Woodward, een erkende paleontoloog van het British Museum in Londen, en Charles Dawson waren er beiden van overtuigd dat het hierbij ging om een onbekend soort mens. Een mens met een relatief modern voorhoofd en een aapachtige onderkaak. De soort kreeg ook een naam; “Eoanthropus dawsonii” ofwel de dageraadmens van Dawson.
De wetenschappelijke wereld reageerde euforisch, men had het over de ontdekking van de vroegste Engelsman. Woodward stelde dat de vondsten van de neanderthaler, die eerder in Frankrijk en Duitsland gedaan waren, een evolutionaire afsplitsing was die uiteindelijk tot niets leidde. De “moderne” homo sapiens werd vervolgens als nazaat van de 500.000 jaar oude Piltdown-mens gerekend. En, niet onbelangrijk; de vondst van Dawson had aangetoond dat Engeland de bakermat van de mensheid was!
In 1953 stelde de paleontoloog Kenneth Oakley vast dat het om een vervalsing gaat. De tanden in de schedel waren bijgevijld en de schedel was met kaliumdichromaat donkerder gekleurd om hem ouder te doen lijken. De prehistorische botten die in de omgeving werden gevonden, waren afkomstig uit Malta en Tunesië. Men was dus jarenlang bij de neus genomen.

Vervalsingen om commerciële redenen
We zijn nu 297 jaar na Beringeren het komt het nog steeds voor dat fossielen vervalst worden en ik meen zelfs meer dan ooit. Nu is de reden niet zozeer om in de wetenschap van de paleontologie wereldberoemd te worden, maar veelal ingegeven door commerciële belangen.
Een geïnteresseerde verzamelaar is altijd op zoek naar bijzondere objecten om zijn verzameling zo compleet mogelijk te maken en uit te breiden. Dit door er zelf op uit te gaan; om te gaan zoeken, hakken en graven op daarvoor geschikte plaatsen. Sowieso wordt dit de laatste decennia steeds moeilijker omdat men over het algemeen moeizaam toestemming kan krijgen van eigenaren van groeven. Ook wordt het vanwege natuurbescherming in de oude verlaten groeven onmogelijk fossielen te zoeken. Maar ook op openbare plaatsen zoals stranden, bv bij Wissant in Frankrijk, kun je niet meer vrijuit met gereedschap aan de slag gaan. Alles wat los ligt mag nog worden meegenomen en dat is het dan. Dus als je wat speciaals zoekt, ben je steeds meer aangewezen op de commercie, op beurzen en markten waar de prachtigste fossielen te koop zijn. Maar daar zit dan ook gelijk het gevaar. Soms worden fossielen aangeboden die maar voor een deel uit het oorspronkelijke fossiel bestaan. Op zich hoef je daar nog geen groot probleem mee te hebben als het er maar duidelijk bij gezegd en aangegeven wordt.


Een samengesteld fossiel is veel minder waard dan een gaaf origineel. En juist daar begint het. Zo heb ik in mijn verzameling replica’s van bepaalde trilobieten die ik als zodanig gekocht heb, dus voor een schijntje van wat het originele zou moeten kosten. Er is er zelfs een bij die ik verdenk van het feit dat het geen replica is maar een kunstwerkje uit het heden. Fantasie dus! Dat is dus een echte vervalsing een moderne LEUGENSTEEN!

Fantastisch fossiel
Omdat ik bijna zeker weet dat ik nooit zelf in Marokko fossielen zal gaan zoeken en vinden, kocht ik in de beginjaren van mijn verzamelen voor een aanzienlijk bedrag een trilobiet afkomstig uit Marokko. Later, met meer ervaring en kennis van zaken, kwam ik er achter dat ik belazerd was. Zie de ontmaskering in de afbeeldingen 7,8 en 9.



Tijdens de voorbereiding van dit artikel las ik dat van alle fantastische, bijzondere fossielen aangeboden op internet en markten, 85% min of meer vervalst, samengesteld, dan wel gedupliceerd is!
Gradaties van trilobiet vervalsingen
Allart van Viersen en Paul Hille geven in hun artikel (Gea december 2004) 5 gradaties aan van Trilobietvervalsingen. Maar ook op andere fossielen kun je deze toepassen;
- Authentieke stukken. Geen vervalsing, maar goed tot mogelijk matig geprepareerd.
- Lichte reparatie. Reparaties van breuken en wegwerken van kleine mankementen.
- Zware reparaties. Aanplakken of verzinnen van stukken en daarmee het, over het algemeen, verbergen van grove mankementen.
- Volledige kopie. Een volledige afdruk van het oorspronkelijk fossiel.
- Volledige fantasie niet gebaseerd op een echt/natuurlijk fossiel”.
Nu is het wel zo, dat juist trilobieten vanwege hun bijzondere verschijningsvormen met grote regelmaat object zijn van bewerking dan wel vervalsing. Ook bijzondere ammonieten, vissen en reptielen komen in aanmerking vervalst en vervolgens als “echt/natuurlijk” verkocht te worden
Er zijn wel een aantal manieren om de vervalsing op te sporen.
Er zit natuurlijk geen verkoper te wachten op het bekrassen, verbranden of met een chemisch goedje bestrijken van zijn handelswaar. Dus moeten we andere mogelijkheden zoeken om de vervalsing te ontdekken.
Hoe herken je vervalste fossielen?
- Als de prijs van het fossiel te mooi is om waar te zijn….
- Kijk goed naar andere gelijke fossielen van dezelfde soort. Replica’s zijn allen nagenoeg gelijk.
- Het soortelijk gewicht van het object, replica’s zijn vaak lichter van gewicht.
- Het duidelijk ontbreken van details. En het totale aanzien van minuscule kleine luchtbellen die verwijzen naar gietwerk.
- Met een wattenstaafje gedompeld in b.v. verfverdunning over het fossiel wrijven als het staafje dan de kleur van het object aanneemt kan er sprake zijn van een vervalsing
Onder barnsteen komen we ook veel vervalsingen tegen. Insecten-insluitingen zijn vrij makkelijk te maken b.v. in Copal. Copal is een veel jongere variant van barnsteen en bevat van binnen nog vloeibare oliën. Het heeft een laag smeltpunt (ong. 150 graden) het is dus vrij eenvoudig daar handmatig insecten in te verstoppen. Bij verbranding komt de zoete geur van honing vrij.
Fenolhars oftewel kunsthars wordt veel gebruik om barnsteen na te maken. Zowel kleur als vorm zijn perfect te maken. Om het onderscheid te kunnen maken moet je het verbranden, je ruikt dan verbrand plastic i.p.v. dennenhars.
Echte barnsteen drijft in zout water. Daarom spoelt het ook gemakkelijk aan op stranden. Zeewater bevat gemiddeld 35 gram zout per liter water. Voor testwater gebruik je een iets hoger zout gehalte, zo’n 50 gram per liter. Let op, Copal blijft bij deze test ook drijven.

Zelf gemaakte trilobieten
Tot slot laat ik hier wat resultaten zien van door mijzelf gemaakte kopieën van trilobieten uit mijn verzameling. Dat gaat vrij eenvoudig met zeer fijn gips en een mal van een vloeibare rubber substantie. Om het dan echt te doen lijken moet het dus geschilderd worden. Het gewicht verraad onmiddellijk het bedrog, het is veel lichter! Met 1 kopie ben ik overigens zeer gelukkig, het is die van een Astropyge uit Vireux. Het origineel werd tijdens een lezing bij een afdeling in het land gestolen. Om die reden wordt er bij grote tentoonstellingen veel gebruik gemaakt van replica’s.

Foto’s tenzij anders vermeld: Henk Vink
Literatuur
- Trilobietenvervalsingen. Allart van Viersen en Paul Hille. Gea december 2004 nr. 4
- Lug und Betrug Fälschungen von Fossilien. István Fözy; Fossilien September/Oktober 41. Jahrgang 5/2024
- De leugenstenen in het Teyler’s Museum Haarlem. Dr. J. H. Sypkens Smit; G + H jaarg. 27 nr. 3 1973
- De Piltdown-mens. Uitgave: Historiek (link koppelen)https://historiek.net/de
- Würzburger Lügensteine. Wikipedia
- Publicatie van “De Barnsteen Specialist”
- Vervalsingen: Fossielen. Publicatie Stichting Paleontica (link koppelen)
OPMERKING:
- Het artikel uit Gea en het artikel uit Grondboor en Hamer zijn terug te lezen via de site natuurtijdschriften.nl.
- Wilt u oudere artikelen uit de serie Fossiel van de maand lezen? Ga dan naar onze website; (link koppelen). Naast het artikel staat een volledige lijst van alle reeds verschenen artikelen.