College van de maand: Waarom zijn de Strade Bianche wit?
Door: Kiki du Pau
In mijn vrije tijd kijk ik samen met mijn vriend graag naar grote wielerwedstrijden. Tijdens de uitzending glijdt de camera tijdens het parcours vaak over prachtige natuur en bergen en toont zo de mooiste beelden; voor een geoloog altijd leuk om te zien. De Strade Bianchi is een jaarlijkse Italiaanse wielerklassieker die plaatsvindt in de regio Toscane.
Dit jaar bevat de Giro d’ Italia van de mannen ook een gravel rit. In plaats van dat de renners alleen maar over asfalt of verharde wegen rijden, rijden ze ook stukken op onverharde wegen. Tijdens het fietsen van Gubbio naar Siena komen ze over de bekende gravel paden van Italië ook wel de Strade Bianche genoemd. De iconische wielerwedstrijd Strade Bianche ontleent zijn naam aan de karakteristieke witte wegen die het parcours sieren (fig. 1).

“Strade Bianche”
Deze “Strade Bianche” zijn onverharde wegen bestaande uit een mengsel van gravel en compacte kalksteen, wat ze hun kenmerkende lichtgrijze tot witte kleur geeft. Deze witte wegen rondom Siena zijn prachtig om te zien, maar voor fietsers is het oppassen geblazen. Je rijdt nogal gemakkelijk een lekke band, mijn vriend spreekt hier uit ervaring. Maar waar in die prachtige glooiende groene Italiaanse heuvels komt toch die witte kleur vandaan?
De Italiaanse geologie staat bekend om de reusachtige alpen die in het Noorden de grens sieren. In het zuiden (en andere plekken) zijn er de welbekende vulkanen. Maar er is geologisch meer te beleven.
De glooiende heuvels rondom het prachtige Siena zijn karakteristiek voor Toscane. Deze heuvels, al zitten er ook steile bergen tussen, zijn het achterland van de Apennijnen. De Apennijnen bestaat uit een serie van kleinere bergketens die tezamen over de hele lengte van het Italiaanse schiereiland lopen; een lengte van ongeveer 1200 kilometer. Ten westen van de bergketen liggen uitlopers waarop veel bekende steden en dorpen liggen als Siena, Montalcino of Pienza. De oostelijke bergkam is veel steiler. Hier zie je ook dat de meeste steden juist aan de zee liggen óf hoog in de bergen.
De Apennijnen orogenese
De Apennijnen orogenese begint in het begin van het Neogeen, zo ‘n 20 miljoen jaar geleden en is bijzonder. Bijzonder vanwege de twee verschillende processen die tegelijkertijd bezig zijn geweest. De oostelijke kant van Italië bevat een omhoog geduwde fold and thrust belt. Een fold and thrust belt is standaard te vinden in het voorland van gebergte vorming. De deformatie van het landschap vóór het gebergte verspreidt zich naar buiten. Deze fold and thrust belt is ontstaan vanwege compressieve krachten onder de Adriatische zee (fig. 2). Er zit namelijk een subuctie zone ten oosten van de Apennijnen.


De Tyrreense zee
Onder de Tyrreense zee in het westen spelen juist extensieve krachten, wat resulteer in breuk blokken resulterend in bergen (fig. 3). Door de extensie zakken stukken aardkorst naar beneden, waardoor het net lijkt alsof andere blokken grond ‘omhoog’ gekomen zijn. Relatief klopt dat natuurlijk. Deze extensie vindt mede plaats doordat de subducerende plaat zich langzaam is gaan verplaatsen. Een ‘roll-back’ wordt het genoemd (fig. 4). De plaat subduceerd niet snel genoeg, waardoor deze wegzinkt in de mantel. Dit zorgt ook voor de aardbevingen die hier vaak plaats vinden.

Geologisch gezien is Toscane dus een regio met een complexe ondergrond. De bekkens die in het oosten gevormd zijn door de orogenese worden opgevuld met sedimenten van zowel continentale als marine oorsprong. De oudste sedimenten dateren van voor het Neogeen, maar tijdens het Mioceen en het Plioceen worden deze bekkens pas echt goed ingevuld. De Pliocene sedimenten bevatten veel marine afzettingen in de vorm van kalksteen. Door het kalksteen ontstaan dus de witte weggetjes rondom Siena. Erosie en verwering hebben ervoor gezorgd dat het kalkrijke gesteente wordt afgebrokkeld tot kleine en fijne deeltjes.

Een uitdaging voor wielrenners
Deze wegen bieden een unieke uitdaging: de losse ondergrond zorgt voor beperkte grip en verhoogt het risico op valpartijen, vooral bij droge omstandigheden wanneer het stof alles bedekt. Maar het draagt ook bij aan de mythische uitstraling van de wedstrijd, waarin renners als echte gladiatoren over het historische Toscaanse landschap racen.
Een prachtige combinatie van geologie en sport, nietwaar?
Papers
- Ivan Martini, Elisa Ambrosetti, Fabio Sandrelli – The role of sediment supply in large-scale stratigraphic architecture of ancient Gilbert-type deltas (Pliocene Siena-Radicofani Basin, Italy) (2017) https://doi.org/10.1016/j.sedgeo.2017.01.006.
- Claudio Faccenna, Thorsten W. Becker, Francesco Pio Lucente, Laurent Jolivet, Federico Rossetti – History of subduction and back arc extension in the Central Mediterranean (2001) https://doi.org/10.1046/j.0956-540x.2001.01435.x